zondag 29 augustus 2021

Ongebaande paden (een voetreis dwars door Frankrijk) van Sylvain Tesson

 Het blijft leuk om over wandelen te lezen. Het Zoutpad staat nog op mijn lijstje, maar steeds uitgeleend in de bibliotheek en geen e-book van te leen. Zo jammer. Want we liepen in 2000 het South West Coastpath aan de noordkant en ik liep met Miriam de ronding tot aan Falmouth. Prachtig. Maar zwaar. 

Ongebaande paden gaat over een queeste van de schrijver. Hij viel (beschonken?) van een dak, was zeer ernstig geblesseerd en had een lange revalidatie voor de kiezen. Nog in het ziekenhuis beloofde hij zichzelf mocht hij weer kunnen lopen hij dwars door Frankrijk wilde wandelen over 'ongebaande paden'. Dus geen GR's, maar aan de hand van kaarten zo weinig mogelijk over asfalt. In het boek staat een algemeen kaartje. het is geen boek om de wandeling na te lopen (hoewel er vast mensen zijn die het wel proberen?). En als niet Fransman is het lastig om je een beeld te vormen merk ik hij heeft het over dorpjes waar je het bestaan niet van weet. Want door grotere steden komt hij natuurlijk nauwelijks. 

Maar een paar mooie quotes (aan het einde van het boek) wilde ik toch noteren:

Je loopt verder door de velden, bij een tweesprong in het bos doemt merkwaardig genoeg opeens het gezicht van je moeder op. Je loopt door een braakliggend gebied, je gaat het bos weer in, ziet mooie kapelletjes van natuursteen, je loopt langs rivieren en door glooiende wijngaarden, je wandelt over zand, je hoort de branding en je bereikt de rand van het land. Daarna keer je terug naar huis, bevrijd van het insect dat zijn angel in je hart had geplant, je hebt al je sores afgelegd, je rug gerecht. We zouden altijd gehoor moeten geven aan de roep van de wandelkaarten, vertrouwen op wat ze in het vooruitzicht stellen, dwars door het land heen lopen en aan de grens van het grondgebied een paar minuten blijven staan om de donkere hoofdstukken van ons leven af te sluiten. 

Eén ding stond vast: we konden nog steeds onze neus achternalopen, eropuit in de vrije natuur. Er waren nog dalletjes waar je overdag geen sterveling tegenkwam om je de weg te wijzen, en al die uren met de wind in je gezicht kon je bekronen met overnachtingen op de meest schitterende afgelegen plekken. Je hoefde alleen maar op zoek te gaan, er bestonden nog uithoeken. Er waren nog ongebaande paden. Wat viel er te klagen?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten